Externe arbeidskrachten

De flexibele schil: externe arbeidskrachten

Door:
De flexibele schil: externe arbeidskrachten
Organisaties maken in toenemende mate gebruik van flexibele of externe arbeidskrachten. Er worden flexibele werknemers aangenomen op basis van een oproepcontract (voor bepaalde tijd), uitzendkrachten ingehuurd, zzp’ers ingezet en werkzaamheden uitbesteed aan onderaannemers.
Onderwerpen

Blijf op de hoogte!

Wij geven u graag nieuwe (internationale) inzichten op het gebied van financiën, bedrijfsvoering, strategie, governance, risk, compliance en meer.

Externe arbeid voorziet in een behoefte aan capaciteit en flexibiliteit, maar gaat gepaard met de nodige risico’s. Denk hierbij aan het gevaar van schijnzelfstandigheid bij een zzp’er, met als gevolg daarvan naheffingen door de Belastingdienst. Als gezegd onderscheiden we in de flexibele schil een vijftal arbeidsrelaties op basis waarvan werknemenden werkzaamheden kunnen verrichten voor werkgevenden: 

  • Oproepcontracten
  • Uitzendbureau
  • Payrolling
  • Contracting
  • Zzp / Freelance

Wat zijn oproepcontracten?

Het oproepcontract is een arbeidsovereenkomst waarin geregeld wordt dat de werkgever een werknemer in dienst heeft zonder vaste werkdagen en –uren. Dit wordt in de volksmond ook wel een nul-uren contract genoemd. Er zijn drie soorten oproepcontracten:

  1. Nul-uren contract
  2. Min-max contract
  3. Oproepcontract met voorovereenkomst
Alles over oproepcontracten
Alles over oproepcontracten
Lees dit artikel

Wat is een uitzendovereenkomst?

De uitzendovereenkomst is een arbeidsovereenkomst waarbij de werkgever (het uitzendbureau) de werknemer ter beschikking stelt aan een derde om daar werkzaamheden te verrichten. Voor de uitzendovereenkomst gelden belangrijke uitzonderingen op het “normale” arbeidsrecht. 

De basis van de uitzendrelatie blijft de arbeidsovereenkomst tussen het uitzendondernemingbureau en de uitzendkracht. Het uitzendbureau en de uitzendkracht sluiten een arbeidsovereenkomst binnen de grenzen van de arbeidswetgeving, de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (WAADI) en door de cao's in de uitzendbranche (de ABU-cao en NBBU-cao). Ook als de inlener de uitzendkracht doorleent aan een ander bedrijf, blijft de arbeidsovereenkomst tussen het uitzendbureau en de uitzendkracht van kracht. Er ontstaat bij doorlening geen nieuwe arbeidsovereenkomst tussen de inlener en de uitzendkracht.

Wat is een uitzendovereenkomst?
Wat is een uitzendovereenkomst?
Lees dit artikel

Wat is payrolling?

Payrollen is een bijzondere vorm van het beschikbaar stellen van personeel. Het payrollbedrijf is werkgever van de payrollwerknemers, maar deze werken voor een ander bedrijf. Het payrollbedrijf is de uitlener en het andere bedrijf is de inlener of opdrachtgever. Het bedrijf werft zelf het personeel, bepaalt het salaris en heeft zeggenschap over de werknemer. 

De payroll-werkgever neemt alle werkgeverslasten op zich en ontzorgt. Het payrollbedrijf zorgt onder andere voor de salarisadministratie en loonuitbetaling, arbeidscontracten en pensioenopbouw.

Omdat het bedrijf zelf de werving en selectie van de werknemer voor zijn rekening heeft genomen of een derde (niet zijnde de payrollwerkgever), betekent juridisch dat de overeenkomst tussen payrollorganisatie en inlener niet tot stand is gekomen in het kader van het samenbrengen van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt (ook wel de allocatiefunctie genoemd). Daardoor is payrolling niet gelijk aan uitzenden van personeel. Het uitzendbureau zorgt namelijk ook voor de werving en selectie van de potentiële werknemers.

Er is sprake van payrolling als aan de volgende twee criteria wordt voldaan.

  • Het payrollbedrijf heeft niet zelf vraag en aanbod bij elkaar gebracht (allocatiefunctie);
  • De arbeidskracht mag alleen met toestemming van de opdrachtgever elders worden geplaatst (exclusiviteit).
Wat is het verschil tussen een uitzendovereenkomst en een payrollovereenkomst?

Over het algemeen zijn er vier grote verschillen tussen een uitzendovereenkomst en een payrollovereenkomst:

Werving en selectie

Het bedrijf waar de werknemer gaat werken neemt zelf de werving en selectie voor zijn rekening. Bij een uitzendovereenkomst verzorgt het uitzendbureau de werving en selectie.

Het payrollbedrijf mengt zich vaak pas in het proces als de werknemer en de werkgever (het bedrijf waar de werknemer daadwerkelijk aan de slag gaat) afspraken hebben gemaakt over de indiensttreding. Het payrollbedrijf handelt het administratieve werk van het aangaan van een arbeidsovereenkomst vaak af.

Exclusief uitgeleend

De werknemer wordt exclusief en meestal langdurig uitgeleend aan het bedrijf waar de werknemer gaat werken. Bij een uitzendovereenkomst kan een werknemer ook worden uitgeleend aan andere bedrijven en is vaker sprake van korte perioden (ook wel ‘bij piek en ziek’ genoemd).

Arbeidsvoorwaarden en payrolling

De arbeidsvoorwaarden voor payroll-werknemers zijn minimaal dezelfde als die van werknemers die bij de werkgever in dienst zijn. Als een bedrijf gebruik maakt van medewerkers via een uitzend- of payrollbedrijf, dan moet het payrollbedrijf geïnformeerd worden over welke arbeidsvoorwaarden de inlener hanteert voor haar eigen medewerkers. Dat dient te gebeuren voordat de werknemer komt werken. Als het inlenende bedrijf nog geen personeel heeft dan gelden vergelijkbare arbeidsvoorwaarden van de sector waarin het bedrijf actief is.

Ontslag

Wil het payrollbedrijf overgaan tot ontslag van de werknemer dan is het reguliere ontslagrecht van toepassing. Het payrollbedrijf heeft in beginsel een ontslagvergunning nodig om de arbeidsovereenkomst met de werknemer op te mogen zeggen ,of dient de kantonrechter te verzoeken om de arbeidsovereenkomst te ontbinden. De gronden voor het ontslag dient de payroll werkgever te ontlenen aan de reden van het beëindigen van de payrollovereenkomst door de opdrachtgever (het bedrijf waar de payrollwerknemer werkt).

De ontslaggrond wordt op dezelfde manier beoordeeld als bij het ontslag van een “gewone” werknemer. Het is alleen anders als de opdrachtgever gedurende drie maanden de rekeningen van het payrollbedrijf niet heeft betaald. In dat geval kan het payrollbedrijf, als zij de payrollwerknemer niet kan herplaatsen, op “eigen gronden” het dienstverband proberen te beëindigen.

Wat is contracting?

Bij contracting besteedt de opdrachtgever een klus, werk, dienst of activiteit uit aan een aannemer of opdrachtnemer. De opdrachtnemer (contractor) heeft eigen werknemers in dienst waarmee hij de werkzaamheden voor de opdrachtgever uitvoert. De contractor is de leidinggevende van die werknemers en stuurt hen aan. Ook is de contractor verantwoordelijk voor het resultaat van de opdracht. Het uitbesteden van werk kan voor allerlei werkzaamheden. Bijvoorbeeld voor: schoonmaak, beveiliging, IT opdrachten, vervoer en logistiek en groenvoorziening.

De door de contractor gesloten overeenkomst kan juridisch benoemd worden als een overeenkomst van aanneming van werk, dan wel als een overeenkomst van opdracht.

Er is sprake van aanneming van werk, als de aannemer met de opdrachtgever afspreekt om buiten dienstbetrekking een werk van stoffelijke aard tot stand te brengen, tegen een prijs die de opdrachtgever betaald.

Werk van stoffelijke zijn werkzaamheden die bestaan uit het vervaardigen en/of bewerken van stoffelijke voorwerpen. Er dient een tastbaar product te worden opgeleverd. Denk hierbij aan: 

  • het bouwen van een bedrijfspand
  • het installeren van een keuken of badkamer
  • het bestraten van een weg
  • het maken van een meubelstuk
  • het schilderen van een bedrijfsruimte
  • landbewerking
  • herstelwerkzaamheden
  • het vervaardigen van kleding
  • het verpakken van goederen
  • het verrichten van schoonmaak werkzaamheden

Bij een overeenkomst van opdracht worden er producten van niet stoffelijke aard gemaakt. Dit betreft in hoofdzaak arbeid van geestelijke of intellectuele aard, zoals de werkzaamheden van auteurs, musici, IT consultants, notarissen, makelaars, interim-managers, tekstschrijvers of artsen.

Het verschil tussen contracting en zzp‘er/freelancer (lees hieronder), is dat de zzp'er/ freelancer de opdracht zelfstandig uitvoert, zonder dat hij daarbij gebruik maakt van personeel dat bij de zzp'er /freelancer in dienst is. 

De zzp‘er/ freelancer kiest ervoor om niet in dienst te treden bij een werkgever, maar om als zelfstandige ondernemer te werken en ingeschreven te staan bij de Kamer van Koophandel. De zzp’er /freelancer ruilt de “garantie” van werk en inkomen bij een baas in voor meer vrijheid en fiscale mogelijkheden die zelfstandige ondernemers krijgen. 

Wat is een zzp'er / Freelancer?

Zzp staat voor Zelfstandige Zonder Personeel. Deze term is afkomstig van de Belastingdienst en staat voor een zelfstandig ondernemer zonder een arbeidsovereenkomst die tegen betaling werkzaamheden verricht voor een ander. Er is geen verschil tussen een zzp’er of freelancer. 

Of iemand zichzelf zzp’er of freelancer noemt, hangt grotendeels af van het specifieke beroep dat iemand uitoefent. In creatieve sectoren wordt de term freelancer vaak gebruikt. Denk aan freelance journalisten, copywriters en grafisch vormgevers. Binnen andere sectoren, zoals de bouw en zakelijke dienstverlening, is de term zzp'er weer veel gebruikelijker. Denk hierbij aan zelfstandig adviseurs, consulenten en coaches.

Beide begrippen hebben dus betrekking op iemand die als zelfstandig ondernemer (eigen baas) zijn of haar diensten aanbiedt aan een ander. 

Wat is zelfstandig ondernemerschap?

Iemand is een zelfstandig ondernemer als hij staat ingeschreven in het handelsregister bij de Kamer van Koophandel. In de ogen van de Belastingdienst is die persoon nog geen ondernemer. De belasting dienst kent daarvoor specifieke eisen. 

Het urencriterium is een van de belangrijkste criteria die de Belastingdienst hanteert om te bepalen of iemand ondernemer is. Het aantal uren dat er “gedraaid moet worden” om als ondernemer gezien te worden, is voor 2024 1.225 uren. 

Het komt neer op ongeveer drie dagen (bij dagen van acht uur), of 24 uur per week. Er moet elke week van het jaar, 24 uur gewerkt worden, wil de belastingdienst iemand als zelfstandig ondernemer aanmerken. Als dat het geval is, mag er aanspraak gemaakt worden op de fiscale voordelen die voor een zelfstandig ondernemer gelden!

Welke uren tellen wel en niet mee voor het urencriterium?

Zowel de directe (declarabele) als indirecte (niet-declarabele) uren tellen mee voor het urencriterium. Het gaat dus niet alleen om de uren die gefactureerd worden, maar ook over de uren waarin de administratie wordt bijwerkt, acquisitie wordt gepleegd of de voorraad wordt ingekocht. Ook deze uren horen bij de uren die voor de onderneming gewerkt worden. 

Belangrijk hiervoor is wel dat deze uren geregistreerd worden en er ook daadwerkelijk gewerkt wordt voor de onderneming. De uren waarin de zzp’er / freelancer slechts beschikbaar is, tellen niet mee voor het urencriterium. 

Een voorbeeld:
“Bart heeft een webhostingbedrijf. Hij is in het weekeinde 24 uur per dag telefonisch bereikbaar voor zijn klanten. De klanten bellen als er een storing met hun website is. Dat komt ongeveer een keer in de maand voor. Bart is vier uur bezig om de storing op te lossen. Deze vier uur mag Bart meerekenen voor het urencriterium. De overige 44 uur dat hij bereikbaar was, mag hij niet meerekenen voor het urencriterium, omdat hij die uren niet gewerkt heeft.”

Naast het urencriterium zijn de antwoorden op de volgende vragen belangrijk om te bepalen of het om een duurzame onderneming gaat (of iemand dus ondernemer is voor de Belastingdienst):

  • Is er sprake van een eenmanszaak of van een vennootschap onder firma (vof)?
  • Wordt er winst gemaakt?
  • Wordt er ondernemersrisico gelopen?
  • Wordt er reclame gemaakt voor de onderneming?
  • Wat is het aantal opdrachtgevers?
  • Is de ondernemer aansprakelijk voor de schulden van de onderneming, draagt hij het ondernemers risico?

Aan de hand van de antwoorden op deze vragen beoordeelt de Belastingdienst of iemand  als zzp’er / freelancer, ondernemer is voor de inkomstenbelasting. Uit de antwoorden moet blijken dat er sprake is van een duurzame onderneming. 

Om duidelijkheid te krijgen of de zzp’er / freelancer als zelfstandig ondernemer aangemerkt wordt, is het raadzaam de ondernemerscheck van de Belastingdienst te doen. Bekijk ook onze Webmodule Beoordeling Arbeidsrelatie.

Let op Schijnzelfstandigheid

Indien de zzp’er niet als zelfstandig ondernemer wordt aangemerkt, is er mogelijk sprake van schijnzelfstandigheid. Van schijnzelfstandigheid is sprake wanneer (op papier) werkzaamheden worden verricht als zelfstandige (zzp'er), terwijl die zelfstandigheid in de praktijk ontbreekt en de arbeidsrelatie feitelijk een arbeidsovereenkomst is. De Belastingdienst kan de arbeidsrelatie dan her-kwalificeren. Dit houdt in dat de arbeidsrelatie vanuit fiscaal- en sociaalzekerheidsrechtelijk oogpunt wordt aangemerkt als dienstbetrekking, terwijl het op papier gaat om een overeenkomst. 

Het her-kwalificeren kan vergaande gevolgen hebben voor zowel de opdrachtgever als de zzp'er. Zo is de opdrachtgever (die dan eigenlijk de werkgever is) bij een her-kwalificatie onder andere verplicht om:

  • Op de betalingen die hij aan de zzp'er heeft gedaan, loonbelasting en premies volksverzekeringen in te houden en af te dragen;
  • Voor de werknemer, premies werknemersverzekeringen en de bijdrage voor de Zorgverzekeringswet af te dragen, en indien van toepassing;
  • het werkgeversdeel van de pensioenpremie bij het mogelijke verplichte pensioenfonds in te leggen;
  • mogelijk andere verplichtingen vanuit het cao nog na te komen.  

Voor de zzp'er (die dan eigenlijk werknemer is) heeft een her-kwalificatie ook gevolgen. De zzp'er:

  • Moet verkregen inkomsten in de aangifte inkomstenbelasting in beginsel aangeven als loon uit dienstbetrekking. In plaats van als winst uit de onderneming of als resultaat uit overige werkzaamheden;
  • Heeft dan geen recht op de fiscale ondernemersfaciliteiten, zoals de zelfstandigenaftrek;
  • Is mogelijk verplicht om zich bij een pensioenfonds of pensioenverzekeraar aan te sluiten. Dit is afhankelijk van het bedrijf waarvoor de werkzaamheden worden verricht;
  • Dient mogelijk andere verplichtingen vanuit het cao nog na te komen.  

Voor meer informatie over schijnzelfstandigheid en de Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelatie (Wet DBA), bekijk onze pagina over de Wet DBA.

Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (DBA)
Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (DBA)
Lees dit artikel

Aandachtspunten om schijnzelfstandigheid te voorkomen

De opdrachtgever:

  • Houdt geen leiding en toezicht over de zzp'er (geen gezagsverhouding)
    • Maak duidelijke afspraken over het resultaat van de opdracht, maar geef geen, of zo min mogelijk instructies over hoe het resultaat bereikt moet worden.
    • De zzp'er heeft specifieke kennis/vaardigheden die de werknemers niet hebben. 
    • Laat de overeenkomst met de zzp'er niet te lang door lopen.
    • Als certificaten nodig zijn voor de uitvoering van de opdracht, heeft de zzp'er die zelf.
  • Zorgt dat er zo min mogelijk gelijkenissen zijn met het overige personeel 
    • Ga na afloop van een ‘gewone’ arbeidsovereenkomst, geen zzp-constructie aan met de zzp'er.
    • De (onderhandelings-) positie van de zzp'er is gelijkwaardig. 
    • De werkzaamheden van de zzp'er zijn geen wezenlijke werkzaamheden van het bedrijf. Denk aan een chauffeur die rijdt voor een transportonderneming of een pizzakoerier die pizza’s rondbrengt bij een pizzaverkoper met bezorgdienst. 
    • Voer geen functioneringsgesprekken met de zzp'er. 
    • Laat de zzp'er geen verplichte trainingen volgen en betaal ook geen studiekosten. 
    • Laat de zzp'er niet verplicht meedoen aan bedrijfsactiviteiten, zoals teamuitjes.
  • Laat de zzp'er vrij om te bepalen waar en wanneer hij werkt
    • Laat de zzp'er zoveel mogelijk vrij om de locatie te bepalen waar hij de werkzaamheden uitvoert.
    • Laat de zzp'er zoveel mogelijk zijn eigen werktijden bepalen.
  • Is zich ervan bewust op welke manier de zzp'er naar buiten treedt
    • Laat de zzp'er vrij om zijn eigen logo, bedrijfskleding, bedrijfsbus of andere kenmerken van zijn bedrijf te gebruiken als hij in contact komt met klanten.
    • Verplicht de zzp'er niet om visitekaartjes van het bedrijf te gebruiken.
  • Gebruikt een door de belastingdienst goedgekeurde modelovereenkomst en zorg dat de werkzaamheden in de praktijk ook als zodanig wordt opgevolgd/uitgevoerd.
  • Denk verder nog aan het volgende:
    • Betaal de zzp'er niet door tijdens ziekte en vakantie.
    • Verplicht de zzp'er niet om een bedrijfs- of beroepsaansprakelijkheidsverzekering af te sluiten. Het verplichtende karakter staat haaks op de ondernemersvrijheid van de zzp'er als er echt sprake zou zijn van zelfstandig ondernemerschap
    • Neem een vrijwaringsbepaling op in de overeenkomst van opdracht met de zzp'er. Met een vrijwaringsbepaling vallen de mogelijke naheffingen van de Belastingdienst op de zelfstandige, die dan werknemer is. Let op dat alleen de premies volksverzekeringen en loonbelasting op de opdrachtnemer/werknemer worden verhaald.
    • Sta de zzp'er toe ook andere opdrachten aan te nemen bij andere opdrachtgevers. Stimuleer dit.
    • Spreek bij voorkeur geen concurrentie- of relatiebeding af waarmee de zzp'er wordt beperkt in het aannemen van opdrachten voor andere opdrachtgevers.
Wet ketenaansprakelijkheid (Wka) en inlenersaansprakelijkheid

De Wka is een wettelijke regeling om niet betaalde loonheffingen te verhalen door een keten van aannemers en onderaannemers. De wet maakt de aannemer van werkzaamheden en de inlener van arbeidskrachten aansprakelijk voor de loonheffingen, die zijn onderaannemer vanwege uitbesteed werk moet afdragen. 

Op zijn beurt mag de onderaannemer een deel van het werk dat aan hem is uitbesteed, aan een ander uitbesteden of gebruik maken van ingeleende arbeidskrachten. Hierdoor ontstaat een keten van (onder)aannemers/inleners die allen bij de uitvoering van één opdracht betrokken zijn. De Wka maakt elke schakel van de keten aansprakelijk voor alle volgende schakels in de keten.

Naast de Wka is er ook inlenersaansprakelijkheid: het inlenen van personeel van bijvoorbeeld een uitzendbureau of detacheringsbureau.

Toepassing Wka

De Wka is van toepassing in situaties van aanneming van werk (ketenaansprakelijkheid) en inlening van personeel (inlenersaansprakelijkheid). Aanneming van werk is voor de ketenaansprakelijkheid regeling ruimer dan wat in het Burgerlijk Wetboek onder aannemerij wordt verstaan. 

De Wka kijkt naar de situatie dat een aannemer voor een opdrachtgever, buiten dienstbetrekking, een werk van stoffelijke aard uitvoert, tegen een te betalen prijs (resultaatverbintenis). Wanneer de aannemer de uitvoering van dat werk geheel of gedeeltelijk uitbesteedt aan een ander, is die ander onderaannemer. 

Van inlening (en doorlening) is sprake wanneer een werknemer, tijdens zijn dienstbetrekking, aan een derde wordt uitgeleend om daar te werken. Dit wordt ook wel een inspanningsverbintenis genoemd; het gaat niet om het resultaat, maar puur om de inspanning (arbeid). 

Het verschil tussen ketenaansprakelijkheid en inlenersaansprakelijkheid zit hem veelal in de feitelijke situatie. Ook het gekozen contract speelt daarbij een rol: gaat het om een onder-aannemingsovereenkomst of inleenovereenkomst?

Werk van stoffelijke aard

Het is soms moeilijk vast te stellen of een bepaald werk van stoffelijke aard is. Meestal zal de uitvoering van dat werk een tastbaar product opleveren. Denk hierbij aan: 

  • het bouwen van een bedrijfspand;
  • het installeren van een keuken of badkamer;
  • het bestraten van een weg;
  • het maken van een meubelstuk;
  • het schilderen van een bedrijfsruimte;
  • landbewerking;
  • herstelwerkzaamheden;
  • het vervaardigen van kleding,
  • het verpakken van goederen 
  • het verrichten van schoonmaak werkzaamheden

Te betalen prijs

De Wka spreekt van “een te betalen prijs”. Daarmee vallen ook de zogenaamde regieovereenkomsten onder de werking van de wet. De regieovereenkomst is een aannemingsovereenkomst, waarin is afgesproken dat er wordt afgerekend op basis van gewerkte uren en verwerkte materialen.

Iedere aannemer die ‘werk van stoffelijke aard’ aan een onderaannemer uitbesteedt, is aansprakelijk voor de loonbelasting en sociale premies die zijn onderaannemer is verschuldigd aan de Belastingdienst.

Er zijn voor aannemers diverse mogelijkheden om het risico te beperken of voorkomen. Denk aan het voeren van een goede selectie van contactpartijen e goede administratie van de uren van de ingeleende arbeidskrachten. Daarnaast mag er gebruik worden gemaakt van verklaringen van de belastingdienst en van geblokkeerde bankrekeningen (g-rekening).

Inlenersaansprakelijkheid 

Inlenersaansprakelijkheid is een vorm van ketenaansprakelijkheid. Het is een wettelijke regeling om niet-betaalde loonheffingen en omzetbelasting te verhalen op de inlenende partij. Door de wet kunnen inleners/partijen hoger in de keten alsnog hoofdelijk aansprakelijk worden gesteld voor te betalen belastingen en premies.

Er zijn voor inleners diverse mogelijkheden om het risico te beperken of voorkomen. Denk aan het voeren van een goede selectie van contactpartijen en goede administratie van de uren van de ingeleende arbeidskrachten. Daarnaast mag er gebruik worden gemaakt van verklaringen van de belastingdienst en van geblokkeerde bankrekeningen (g-rekening).

G-Rekening

Een g-rekening is een geblokkeerde rekening die aannemers kunnen gebruiken om loonheffingen (al dan niet met btw) van, door hen ingehuurd personeel, aan de Belastingdienst of aan onderaannemers te voldoen. Van een g-rekening mogen geen andere betalingen gedaan worden. De rekening beschermt partijen tegen wanbetalingen van loonheffingen.

Voor het openen van een g-rekening is toestemming nodig van de bank en van de Belastingdienst. 

Het nut van een g-rekening is dat deze bescherming biedt bij aansprakelijkheidskwesties rond loonheffingen. In principe is degene voor wie arbeid wordt verricht verantwoordelijk voor het betalen van loonheffing. Hier zijn uitzonderingen op:

  • Inleners van personeel (normaal zou de uitlener de loonheffing moeten betalen omdat het personeel officieel bij hem in dienst is);
  • Aannemers in een keten (normaal zou de onderaannemer de loonheffing moeten betalen omdat het personeel officieel bij hem in dienst is).

Deze drie partijen worden aansprakelijk gesteld voor het niet-betalen van loonheffingen door anderen. Voor de inleners en aannemers is de g-rekening in het leven geroepen. Deze is in het bezit van de uitlener of de onderaannemer.

Wanneer de onderaannemer of uitlener geen loonheffing betaalt, is volgens de belastingdienst de aannemer of inlener (als zijnde opdrachtgever) verantwoordelijk. Om hier ingedekt tegen te zijn, wordt niet het gehele bedrag van de gerekende kosten betaald aan de andere partij Alleen het deel van de loonsom wordt betaald, dat overeenkomt met de loonbelasting, of premies volksverzekeringen en premies werknemersverzekeringen op de g-rekening van de onderaannemer of uitlener. 

Deze g-rekening mag alleen gebruikt worden om de loonheffing en -premies aan de  Belastingdienst betalen (of om het loonbelastingdeel van een door hem ingehuurde partij op diens g-rekening te betalen), waardoor de betalende partij is ingedekt tegen loonbelastingfraude.Een g-rekening kan aangevraagd worden bij de Belastingdienst met het formulier Aanvraag g-rekening.

G-rekening voor een zzp’er

Een zzp’er kan geen G-rekening aanvragen. Een zzp’er heeft immers geen mensen in dienst en hoeft dus geen loonheffingen af te dragen. Zzp’ers kunnen wel een verklaring betalingsgedrag voor de btw aanvragen. 

Advies nodig?

We hebben meerdere expertises om u integraal te kunnen adviseren omtrent uw inhuurproces. Wij adviseren u over de te maken contractuele afspraken, de benodigde vastlegging van (persoons)gegevens en helpen u bij het vastleggen van de gemaakte afspraken.

Neem contact met ons op